oktober | 2022

Bastiaan Tolhuijs was altijd al een ‘jutter’. Op school graaide hij in afvalbakken. Op zoek naar datgene waar hij iets ‘anders’ van kon gaan maken. Inmiddels is hij jaren geleden afgestudeerd aan TU Delft, woont hij in Amsterdam met zijn jonge gezin in een interieur dat hij op een dinsdagavond van de straat heeft geplukt én werkt hij dagelijks heel hard aan zijn eigen onderneming: Tolhuijs. Bij Cantor werken we graag samen met Bastiaan, omdat hij zo veel visie heeft en doorzettingsvermogen.

founder van tolhuijs

Sebastiaan Tolhuijs

Wat is de aanleiding geweest van het oprichten van Tolhuijs?

Tijdens mijn studie maakte ik in 2009 een reis naar Kenia. Samen met studiegenoten hebben we onderzocht of het mogelijk is om met menselijke uitwerpselen, in sloppenwijken zonder riool een van de grootste hygiënische uitdagingen, iets nuttigs te doen. Het is de manier op en hoe in Kenia wordt omgegaan met afval, dat mij heeft geïnspireerd om waarde te creëren aan afval. Ik ben na mijn afstudeerstage met HERAS mijn eigen bedrijf gestart. HERAS heeft een enorme afvalberg aan staal en zij hadden een ambitie om duurzaam te gaan ondernemen. Met hun restmateriaal, ontwerp ik design meubilair. Daarnaast hoop ik dat ik medewerkers van HERAS om hun denkwijze op een positief duurzame manier te veranderen. Waarom zes meter lange buizen snijden en dan 90 cm overhouden waar je niets mee doet? Je zou je producten zo moet ontwerpen dat je het totaal aan meters gebruikt, zonder dat er restmateriaal overblijft. Maar dit vertraagt het proces, en kost geld. Nu kan ik het goed gebruiken, maar de beste oplossing is dat het materiaal goed gebuikt wordt, of niet geproduceerd.

Waarin onderscheiden jullie zich ten opzichte van andere merken?

Toen ik in 2012 begon met Tolhuijs lag mijn focus vooral op het vertellen van het verhaal. Dat de producten van afval zijn gemaakt door mensen met een afstand van tot de arbeidsmarkt. Mensen met een duurzame interesse vonden het toen uiteraard bijzonder dat het van afval was gemaakt, maar hadden verder geen interesse in verlichting of een nieuwe eettafel. De producten moeten verkocht worden om het verhaal te kunnen vertellen. Dus moet mijn doelgroep opzoek zijn naar mijn producten. Die moeten er dus op de eerste plaats supermooi uitzien, duurzaamheid en sociale productie komt op de tweede plek en deze worden met de aanschaf, als een soort paard van Troje naar de huiskamers gebracht. Mooie producten met een goed verhaal over hergebruik van ‘afval’. Daarnaast werk ik met mensen van so- ciale werkplaatsen en gevangenissen. In de gevangenis zijn de werknemers gewend om 30.000 keer dezelfde handeling te moeten doen. Wanneer ze een opdracht voor mij mogen uitvoeren, gaan ze uit hun routine, mogen ze eindelijk iets anders doen en zien zij ook het eindresultaat van waaraan zij werken. Ze lijken het oprecht tof te vinden waaraan ze werken. Als een gevangene uit de gevangenis komt met een diploma in zijn broekzak en dat ik daar een steentje aan heb mogen bijdragen, geeft me dat een extra goed gevoel.

Hoe verloopt bij jou het verzamel- en ontwerpproces?

Inmiddels werk ik samen met diverse partijen, naast HERAS, om zo aan goed materiaal te komen dat voort komt uit een grote afvalstroom. Ik heb een verzameling aan materialen die normaliter verbrand, vermalen of weggegooid worden. Ook probeer ik bestaande en nieuwe klanten te inspireren om iets nuttigs te doen met hun eigen afval, of met de kartonnen doos die ze ontvangen bij de aankoop van ons product. Soms kan het een tijdje duren voordat ik vanuit een materiaal een nieuw design heb ontwikkeld. Ideeën ploppen onverwachts op in mijn hoofd bijvoorbeeld tijdens het douchen of autorijden. Ik probeer te allen tijde de producten zo te ontwerpen dat het materiaal zo min mogelijk bewerkt hoeft te worden en dat het product eenvoudig uit elkaar te halen is, zodat het gerepareerd kan worden. Het voelt als mijn plicht als ontwerper om iets functioneels te creëren dat eindeloos mee gaat.

Dit verhaal deel je met ...